Bibliotheekautomatisering . . . van kaartenbak tot digitale database
De afgelopen 75 jaar zagen we waarschijnlijk de grootste ontwikkelingen op het terrein van de (bibliotheek)automatisering. Als iemand die nog nét tot Generatie Z behoort, kan ik me nauwelijks een wereld zonder internet voorstellen. Kaartenbakken, een wapper en de microfilm: voor velen van jullie misschien nostalgische herinneringen, maar voor mij totaal onbekend. Gelukkig delen (oud-)collega’s Carla Kwant en Ron Koeman hun kennis en verhalen met mij. Reis mee op de automatiseringstrein van de afgelopen decennia!
Oud-collega Carla Kwant werkte 34 jaar bij Probiblio. Inmiddels is ze al een tijdje met pensioen, maar door de jaren heen heeft ze veel verschillende functies gehad en er was altijd één rode draad: automatisering.
In de beginperiode van Carla bij PBC Noord-Holland kwamen de microfilms. Via een dia-apparaat kon je dan informatie van de bibliotheek lezen. Zo kon je de catalogus van de bibliotheek bekijken en dus zien welke boeken wel of niet aanwezig waren. Ook vond je hierop de boeken in de achtergrondcollectie van PBC Noord-Holland. Al snel daarna kwam de diskette in opkomst: “Hierop stond wat mensen in de bibliotheek leenden. De diskettes werden ter verwerking opgestuurd naar een centraal punt waar het werd opgeslagen. Dat was al een hele vooruitgang, want daarvoor ging het gewoon met de hand in een kaartenbak.” Het alfabetiseren had heel wat voeten in de aarde, dat was zelfs een hoofdvak op de bibliothecarissenopleiding.
Begin van het internet
Eind jaren 80 werd internet geïntroduceerd. Carla: “Eind jaren 80, begin jaren 90 bezocht ik bibliotheken en gaf ik internetcursussen. Dan leerde ik mensen bijvoorbeeld hoe ze I have a dream van Martin Luther King konden opzoeken.” Hoewel Carla soms zelf ook iets leerde van haar eigen cursus. “Ik kan me herinneren dat er twee mensen waren die opeens de audio-opname van I have a dream hadden gevonden. Ik wist niet eens dat dat mogelijk was, dat heb ik toen ook niet toegegeven”, lacht Carla.
“Op een gegeven moment ging het systeem ook online. De computers bij ons stonden in verbinding met de bibliotheken. De data werd opgeslagen in twee systemen die elk een extern geheugen van, hou je vast, 1200 MB hadden.
Voor twintigers is het misschien niet voor te stellen, maar het internet raakte toentertijd snel overbelast. Je moest goed plannen als je online wilde. Carla: “Rond een uur of 3 ’s middags werd het internet trager. Dan werd Amerika wakker en gebruikten zij ook het internet.” Sommige internetbrowsers gaven de optie om ervoor te kiezen geen plaatjes te laten zien. Dan laadden de pagina’s sneller.
Innovaties in bibliotheekautomatisering
Ron kan zich ook nog een uitvinding in de bibliotheekautomatisering herinneren. “In de zeroes had je de wapper, ook wel vliegenmepper genoemd, omdat het apparaat er zo uitzag. Hiermee kon je langs de boekenkasten lopen en de ruggen scannen om een boek te zoeken dat niet op de goede plek stond.” Uiteindelijk bleek het idee leuk, maar de uitwerking wat minder. Het RFID-label scan je het beste aan de zijkant van het boek en niet via de rug. “Tegenwoordig heb je de slimme kasten. Een bezoeker kan zijn geleende boek terugzetten, en die wordt dan meteen aan de zijkant gescand. De titel, het pasnummer van de abonnee en alle andere belangrijke informatie komen dan meteen op de goede plek terecht.” Dat systeem werkt wél goed. In Bibliotheek Waterland hebben ze zelfs slimme tafels. Als een bezoeker zijn boek op een tafel legt, dan weet het systeem op welke tafel het ligt en kun je het makkelijk terugvinden.
Gevolgen van nieuwe ontwikkelingen
Met al die snelle ontwikkelingen rijst de vraag: kan iedere bezoeker wel meekomen? “Ouderen kunnen gek genoeg vrij goed meekomen met de nieuwe techniek. Ze blijven proberen, net zolang tot het ze lukt,” vertelt Ron, “maar je merkt dat een groep mensen steeds minder taal- en digitaalvaardig is, en er meer moeite mee heeft. Een oplossing kan zijn om zoveel mogelijk met beelden te werken in plaats van tekst.”
Zowel Ron als Carla praten tijdens het gesprek energiek en gepassioneerd over hun werk. Zoals Ron mooi beschrijft: “Bibliotheekautomatisering is zoals water uit de kraan of stroom in een stopcontact: het is er altijd, tot het er een keer niet meer is. Dan heb je paniek. Pas dan merk je hoe tijdbesparend de systemen zijn. Gelukkig komt het niet vaak voor dat het systeem eruit ligt. 99,9 procent van de tijd werkt het systeem gewoon,” vertelt Ron trots.
Goed om te realiseren hoeveel veranderingen hebben plaatsgevonden op het gebied van (bibliotheek)automatisering. En om eerlijk te zijn soms ook shockerend voor mensen van mijn generatie: het internet overbelast, omdat Amerika wakker wordt? Hoe blikken collega’s over 75 jaar terug op deze tijd, vraag je je dan af: