Noord en Zuid samen verder als ProBiblio
Het provinciale werk voor bibliotheken bestaat al sinds 1949. Maar pas vanaf 1996 bundelden Noord- en Zuid-Holland de krachten onder de naam ProBiblio. Daarvoor waren het twee Provinciale Bibliotheekcentrales (PBC’s). Ieder met een eigen identiteit. Tijdens een rondetafelgesprek blikken we terug op de tijd vóór, tijdens en na de fusie met vier Probiblio-medewerkers van het eerste uur, die het allemaal zelf meemaakten.
PBC Zuid-Holland: een informele en familiaire werksfeer
Rineke Zwanenburg en Nada Reij-Malbasic waren destijds werkzaam bij PBC Zuid-Holland, gevestigd in Schiedam. Nada werkte voor de afdeling automatisering. Rineke werkte bij de afdeling PR en Tentoonstellingen en later bij Informatiebemiddeling. Rineke vertelt enthousiast: “Het was echt ons-kent-ons in Schiedam. We woonden allemaal in de buurt. Er waren veel stelletjes en familie zoals zussen, een moeder en zoon – er hing een informele sfeer.”
Nada: “Ons pand was gevestigd midden in het havengebied, pal naast de tankercleaning. Een loopbrug verbond onze twee gebouwen met elkaar.” Rineke: “We deden veel leuke dingen, zoals rondjes medewerkers, waarbij nieuwe bibliotheekmedewerkers bij ons op bezoek kwamen. Met een enthousiaste personeelsvereniging die zorgde voor spelletjesavonden en groots opgezette Sinterklaasfeesten.”
PBC Noord-Holland: goed georganiseerd en met nuchtere inslag
Karen Bertrams en André Backs vertegenwoordigen Noord-Holland. Karen werkte bij de regionale educatieve dienst en André bij automatisering, in de begintijd nog als cobolprogrammeur.
Karen: “Het ging er bij ons wel iets anders aan toe dan in Zuid. We hadden een prachtig oud pand in het centrum van Alkmaar aan het Hofplein, met uitzicht op de bruidswinkel van Mary Borsato. Een pand met een lichte entreehal, er stonden altijd verse bloemen en we hadden een bloedmooie receptioniste Sylvie Liewes.
Directeur Dick Scheepstra, ook wel genaamd ‘de grote roerganger’ was gekleed in pak en begroette iedereen vaak persoonlijk bij binnenkomst. Het was een stichting met een christelijke inslag, en dat merkte je wel. Het was best orthodox: regels waren regels.” Rineke: “Wij waren meer progressief en vrij.” Karen: “Ja, we refereerden toen aan het fusieklimaat als North and South, van die Amerikaanse serie.”
Samen verder als ProBiblio in Hoofddorp
In de jaren ’90 begonnen de gesprekken over een fusie en in 1996 werd besloten om samen verder te gaan. Gezamenlijk konden de PBC’s beter inspelen op de behoeften van bibliotheken in hun netwerk, daarin speelde ook mee dat de werkgebieden kleiner zouden worden door de opkomst van stadsprovincies. Door de fusie konden we efficiënter te werk gaan en zo nog betere ondersteuning bieden. De nieuwe naam werd ProBiblio. In Café de Oranjerie werden op 22 januari 1998 de nieuwe naam en het logo feestelijk onthuld aan alle (ruim 240) medewerkers. Karen: “Jaaa jongens, die naam. Dat was wel even wennen. Prolibido?! Het klonk ook wel een beetje als Oibibio, het spirituele centrum in Amsterdam van de broer van Albert Heijn.” Nada: “Het logo kan ik me wel herinneren. Olijfgroen met een wereldbol.” André: “Druktechnisch was dat heel lastig, dus die wereldbol was er snel uit.”
Karen: “Heet hangijzer was destijds ook: waar komt het pand?” André: “Het geografische midden zou Utrecht zijn, maar dat vond niemand handig. Uiteindelijk werd besloten in Hoofddorp aan de Opaallaan een nieuwbouwpand te betrekken, speciaal ontworpen voor Probiblio. Met een groot magazijn beneden voor de vervoersdienst en kantoorruimte voor de grote groep medewerkers. We gingen er in 1998 in.” Rineke: “Tja, Hoofddorp was natuurlijk niet het midden. Openbaar vervoer sloot toen vanuit Schiedam niet lekker aan. We renden ons de blaren om de trein te halen.” André: “Bij ons was er vanaf Alkmaar een Schiphol Shuttle geregeld, waar je de eerste twee jaar kon opstappen.” Karen: “Voor mij maakte het niet uit, ik reisde toch als Reddertje overal naar toe met m’n autootje.”
De dag van de verhuizing kan André zich nog goed herinneren, als technisch ondersteuner. André: “Het was nogal een big bang, want op één dag hebben we toen alle IT vanaf twee locaties verplaatst. Ik zie het nog voor me: slepend over het zandpad met die datacentra, bestaande uit 8 enorme bakbeesten van 300 MB opslag per stuk.”
Nada: “Zo weinig haha. Ja, ik weet het ook nog, en het moest in die ruimte heel koud blijven anders sloeg de apparatuur op hol.”
Verschillen in de samenwerking
Hoe verliep de samenwerking in die begintijd? Nada vertelt: “Bij automatisering liep het soepel, we waren een heel groot team, maar allemaal met hetzelfde doel voor ogen: de bibliotheken verder helpen. Dat werkte prima.”
André: “Er waren wel wat praktische strubbelingen. Zuid-Holland had bijvoorbeeld Word Perfect als tekstverwerker, wij hadden DisplayWrite. Dus hadden we bedacht dat Zuid-Holland specifiek ‘opslaan als’ moest aanklikken, zodat wij het in ons systeem konden borgen.”
Rineke lacht: “Ik geloof niet dat ik dat ooit gedaan heb. We hadden af en toe wel ‘goede gesprekken’ zal ik maar zeggen’,” vertelt Rineke. “Zo kwam ik in een team waarbij medewerkers uit Noord-Holland nog geen computer van het werk hadden, ze namen dan een oude computer van thuis mee. Dat kon echt niet, vond ik dan! Anderzijds heeft Noord-Holland ons wel meer structuur gebracht.”
Karen: “Wij wilden vaak meer, waren voor mijn idee op een andere manier ambitieuzer dan Zuid.” Rineke: “Bij Zuid was de mentaliteit: we kunnen het allemaal zelf. De subsidiëring verschilde ook enorm.” Nada: “Zuid was groter en meer gemengd. Daar lag de focus meer op fusies en samenwerken.”
Strandbibliotheek
Een mooi symbolisch project van die begintijd was de strandbibliotheek. Karen: “We bundelden onze krachten en zetten met elkaar de strandbibliotheek op. De kustlijn is immers ook één doorgaande lijn van zand. Dus, wat zitten we te zeuren over Noord en Zuid!”
Nada: “Je kon 6 weken lang bij heel veel stranden boeken meenemen.” Rineke: “Ja, in van die enorme zeecontainers. Het werkt als een minibieb en dat ging super. We raakten ook nauwelijks boeken kwijt.”
Waren er destijds nog meer verbindende factoren in het samenwerken? Karen, enthousiast: “Norma! Zij was jarenlang aan de Opaallaan onze kok/ kantinemedewerker van Filipijnse afkomst.” Rineke: “Zeker, Norma schotelde ons de meest verrukkelijke gerechten voor. Allerlei soorten soepen, heerlijk! Vooral haar saoto soep was enorm geliefd.” Nada: “Ook haar salades waren zalig. Daar stonden we echt voor in de rij.”
Eenheid
Karen: “Achteraf heeft het misschien wel tien jaar geduurd, voordat we ons meer een eenheid voelden. Dat we oprecht konden zeggen: we zijn niet langer wij en zij.” Rineke: “Directeur Anne Rube bracht die eenheid er ook in. Ze kwam in 2006 met een frisse blik binnen en onderhield een goede band met provincies en bibliotheken.” Karen: “Zij vertegenwoordigde ons allemaal, heel Probiblio! Dat gaf meer eenheid.”
Inmiddels is Probiblio alweer bijna 30 jaar de grootste POI van Nederland en een gevestigde naam. Dit jaar vieren we het 75-jarig bestaan. Hoe ervaren de collega’s van het eerste uur nu de cultuur en werksfeer?
Rineke: “We zijn door de jaren heen zakelijker geworden, maar de sfeer onder collega’s is niet veranderd. Iedereen is bereid elkaar te helpen met genoeg ruimte voor gezelligheid op z’n tijd.”
André: “Ja, dat het zakelijker is herken ik ook. De drijfveer om het beste voor de bibliotheek te doen is nog altijd even sterk aanwezig.” Karen: “Door als Probiblio samen te werken met veel partners en verschillende expertises ontstaat ruimte voor experiment. Het maakt Probiblio een heel aantrekkelijke broedplaats en katalysator voor nieuwe ontwikkelingen in wat ik graag ‘the library industry’ noem. Samen met onze bibliotheken zijn we zo een speler van formaat in het sociaal-culturele veld.”